Identificatiekaart hulpverleners

De identificatiekaart van de noodplanningscoördinator en de identificatiekaart van de Dir-D5 stellen hun respectievelijke houders in staat om zich in hun functie te identificeren, maar hebben geen waarde zonder de aanwezigheid van de houder. Iedereen die in het bezit komt van een identificatiekaart van een noodplanningscoördinator of Dir-D5 waarvan hij geen titularis is, moet deze inleveren bij het Nationaal Crisiscentrum.
Stuur deze per post op ter attentie van:
Nationaal Crisiscentrum (NCCN) - Identificatiekaart
Hertogstraat 53
1000 Brussel.
Alvast bedankt voor uw medewerking.
FAQ identificatiekaart
Wat is de identificatiekaart van de noodplanningscoördinator?
De regelgeving inzake noodplanning en crisisbeheer bepaalt dat de burgemeester en de gouverneur elk ten minste één persoon moeten aanwijzen om hen bij te staan in hun taken die zij uitoefenen op deze gebieden. Deze persoon krijgt een aantal taken toegewezen door de genoemde regelgeving, waaronder het coördineren van het opstellen van lokale nood- en interventieplannen en het leiden van de werkzaamheden van de verschillende organen die zijn opgericht om de burgemeester en de gouverneur bij te staan bij de noodplanning, maar ook bij de strategische coördinatie wanneer zich een noodsituatie voordoet.
De identificatiekaart van de noodplanningscoördinator is een middel voor de mensen die deze statutaire functie uitvoeren om zich in hun rol te identificeren met de andere diensten die verantwoordelijk zijn voor noodplanning en crisisbeheer, zoals de hulpdiensten.
De identificatiekaart bevestigt dat de houder de noodplanningscoördinator is voor de burgemeester(s) of gouverneur die op de kaart vermeld staat.
In het geval van een noodsituatie of een gebeurtenis die tot een dergelijke situatie kan leiden, certificeert de identificatiekaart dat de fysieke aanwezigheid van de houder vereist is op de plaats waar de strategische coördinatie van de noodsituatie wordt georganiseerd, dit wil zeggen in de meeste gevallen in het gemeentelijke of provinciale crisiscentrum.
De identificatiekaart van de noodplanningscoördinator wordt aan de houder ervan uitgereikt door de minister van Binnenlandse Zaken op verzoek van en onder de verantwoordelijkheid van de betrokken burgemeester(s) of gouverneur(s).
Wat is de Dir-D5-identificatiekaart?
De regelgeving inzake noodplanning en crisisbeheer bepaalt dat de burgemeester en de gouverneur elk een persoon moeten aanwijzen die onder hun verantwoordelijkheid bevoegd is voor de strategische leiding van het alarmeren en informeren van de bevolking tijdens een noodsituatie. Deze persoon maakt deel uit van het coördinatiecomité of de crisiscel die de burgemeester of de gouverneur bijstaat bij de strategische coördinatie in geval van een noodsituatie.
De Dir-D5 identificatiekaart is een manier voor de mensen die deze wettelijke functie uitvoeren om zich te identificeren in hun rol bij de andere diensten die verantwoordelijk zijn voor noodplanning en crisisbeheer, zoals de hulpdiensten.
De identificatiekaart certificeert dat de houder de functie van Dir-D5 uitvoert onder de verantwoordelijkheid van de burgemeester(s) of gouverneur(s) die op de kaart vermeld staan.
In het geval van een noodsituatie of een gebeurtenis die tot een dergelijke situatie kan leiden, certificeert de identificatiekaart dat de fysieke aanwezigheid van de houder vereist is in de gebouwen waar de strategische coördinatie van de noodsituatie wordt georganiseerd, dit wil zeggen in de meeste gevallen in het gemeentelijke of provinciale crisiscentrum.
De identificatiekaart Dir-D5 wordt aan de houder afgegeven door de minister van Binnenlandse Zaken op verzoek en onder de verantwoordelijkheid van de betrokken burgemeester(s) of gouverneur(s).
Wie kan de identificatiekaart van de noodplanningscoördinator en de identificatiekaart Dir-D5 gebruiken?
Alleen de houder van de identificatiekaart, namelijk de noodplanningscoördinator of de Dir-D5, mag zijn/haar kaart gebruiken. De identificatiekaart heeft geen waarde tenzij de houder aanwezig is. De identificatiekaart mag niet worden uitgeleend of gekopieerd.
Geeft de identificatiekaart toegang tot bepaalde ruimtes?
Nee, niet automatisch.
In geval van een noodsituatie of een gebeurtenis die daartoe kan leiden, bevestigt de identificatiekaart dat de fysieke aanwezigheid van de houder vereist is op de plaatsen waar de strategische coördinatie van de noodsituatie wordt georganiseerd, dit wel zeggen in de meeste gevallen in het gemeentelijke of provinciale crisiscentrum. De identificatiekaart is echter geen vrije doorgangskaart en garandeert dus geen automatische toegang tot eender welke plaats. Ze bevat geen instructies voor de politie- of veiligheidsdiensten. De kaart dient enkel als identificatiemiddel voor de politie- en veiligheidsdiensten, die de houder al dan niet doorlaten afhankelijk van de orders die ze via de hiërarchie ontvangen.
Burgemeesters en gouverneurs zijn op hun respectievelijke grondgebied verantwoordelijk voor het geven van de nodige instructies aan de betrokken diensten als ze willen dat de houders in geval van een noodsituatie gemakkelijker of net geen toegang hebben tot deze locatie.
Er dient te worden opgemerkt dat, in overeenstemming met de regelgeving, enkel de directeur van de operationele commandopost (Dir-CP-Ops) de noodplanningscoördinator toegang kan verlenen tot de interventiezone en de operationele commandopost (CP-Ops) in geval van een noodsituatie. Met de identificatiekaart kan de noodplanningscoördinator zich identificeren bij de politie- of veiligheidsdiensten die verantwoordelijk zijn voor het handhaven van de perimeters op de plaats van de noodsituatie, maar zij kunnen hem alleen toegang verlenen tot de interventiezone of de CP-Ops als de Dir-CP-Ops daarvoor toestemming heeft gegeven.