Other information and services: www.belgium.be

Veiligheidscel

Kantoor
De veiligheidscel is het multidisciplinaire overlegorgaan die de bevoegde autoriteit, namelijk de burgemeester of gouverneur, bijstaat bij het uitvoeren van de bevoegdheden omtrent noodplanning.  

De veiligheidscel komt minstens één keer per jaar samen, in functie van de noden inzake noodplanning om de voorbereiding op noodsituaties te organiseren.  

Er bestaat zowel een gemeentelijke als een provinciale veiligheidscel. 

Wat is de samenstelling van de veiligheidscel? 

De gemeentelijke veiligheidscel 

De gemeentelijke veiligheidscel wordt voorgezeten door de burgemeester en is samengesteld uit de noodplanningscoördinator en minstens één vertegenwoordiger van elke discipline. 

Om een goede vertegenwoordiging te garanderen van de actoren die betrokken zijn bij de lokale noodplanning, wordt volgende minimumsamenstelling aanbevolen:  

  • de burgemeester;  
  • de noodplanningscoördinator;  
  • een officier van de bevoegde hulpverleningszone;  
  • de federaal gezondheidsinspecteur, zijn adjunct of een lid van de dienst voor dringende medische hulpverlening die in het monodisciplinair interventieplan van discipline 2 is opgenomen en door de federaal gezondheidsinspecteur aangeduid om hem te vertegenwoordigen;  
  • de Verantwoordelijke Psychosociaal Hulpverleningsnetwerk die in het lokaal psychosociaal interventieplan (PSIP) van discipline 2 is aangeduid;  
  • de korpschef van de bevoegde politiezone of een officier die door hem is aangeduid om hem te vertegenwoordigen;  
  • de verantwoordelijke van discipline 4, aangeduid door de burgemeester;  
  • de informatieambtenaar; 
  • een vertegenwoordiger van de bevoegde noodcentrale 112.  

De burgemeester kan daarnaast elke andere persoon uitnodigen wiens aanwezigheid hij nuttig acht voor de uitvoering van de opdrachten van de veiligheidscel (openbaar ministerie, deskundigen, vertegenwoordigers van ondernemingen, diverse uitbaters,…).  

De noodplanningscoördinator bereidt de vergaderingen van de veiligheidscel voor en neemt het secretariaat voor zijn rekening. In dat kader is hij verantwoordelijk voor het opstellen van de agenda en het verslag. Hij zorgt voor de opvolging van de beslissingen en de continuïteit van de werkzaamheden.  

De provinciale veiligheidscel  

De provinciale veiligheidscel wordt voorgezeten door de gouverneur en is samengesteld uit de noodplanningscoördinator, een vertegenwoordiger van de noodcentrale 112 en minstens één vertegenwoordiger van elke discipline.  

Om een goede vertegenwoordiging te garanderen van de actoren die betrokken zijn in de noodplanning op niveau van de provincies, wordt de volgende minimumsamenstelling aanbevolen:  

  • de gouverneur;  
  • de noodplanningscoördinator;  
  • de commandant(en) van de bevoegde hulpverleningszone(s);  
  • de federaal gezondheidsinspecteur;  
  • de psychosociaal manager;  
  • een liaisonofficier van de lokale politie;  
  • de directeur-coördinator van de federale politie;  
  • een vertegenwoordiger van de Civiele Bescherming;  
  • de provinciecommandant van Defensie;  
  • de informatieambtenaar;  
  • een vertegenwoordiger van de bevoegde noodcentrale 112.  

 De gouverneur kan daarnaast elke andere persoon uitnodigen wiens aanwezigheid hij nuttig acht voor de uitvoering van de opdrachten van de veiligheidscel (openbaar ministerie, deskundigen, uitbaters,…).  

De noodplanningscoördinator bereidt de vergaderingen van de veiligheidscel voor en neemt het secretariaat voor zijn rekening. In dat kader is hij verantwoordelijk voor het opstellen van de agenda en het verslag. Hij zorgt voor de opvolging van de beslissingen en de continuïteit van de werkzaamheden.  

Wat zijn de opdrachten van de veiligheidscel? 

In het kader van het ondersteunen van de bevoegde overheid bij hun opdrachten, neemt de veiligheidscel deel aan volgende opdrachten:  

  • de identificatie van de risico’s die op het grondgebied aanwezig zijn en de communicatie over deze risico’s;  
  • de analyse van de geïdentificeerde risico’s op het grondgebied, en het bepalen van de prioritaire acties die op basis van deze risicoanalyse moeten ondernomen worden;  
  • op basis van de identificatie en analyse van de aanwezige risico’s bepalen hoeveel arbeidstijd de noodplanningscoördinator moet besteden aan zijn taken, zodat deze volledig en doeltreffend kunnen worden uitgevoerd;   
  • de uitwerking van nood- en interventieplannen (NIP) opvolgen;  
  • het aannemen van nood- en interventieplannen en deze desgevallend overmaken aan de bevoegde overheid voor goedkeuring;   
  • erop toezien dat de disciplines hun monodisciplinaire interventieplannen uitwerken en actualiseren en hun wettigheid, hun overeenstemming met de NIP en de interacties met de andere disciplines nagaan;  
  • de conformiteit controleren van de interne noodplannen met het betrokken bijzonder nood- en interventieplan (BNIP) dat de overheid opstelt voor een specifiek risico;  
  • het bespreken van de voorafgaandelijke communicatie aan de bevolking over (lokale) risico’s in het kader van een weerbare samenleving;  
  • de overheid adviseren over de installatie en de goede werking van de nodige infrastructuur voor het beheer van noodsituaties, met name door de noden van de disciplines mee te delen;   
  • de informatiedoorstroming voorbereiden met de andere overheden/actoren, via o.a. het nationaal veiligheidsportaal;  
  • het plannen en het uitwerken van een multidisciplinair oefenbeleid, en het ter beschikking stellen van afgevaardigden die helpen bij de organisatie en uitwerking van oefeningen;   
  • de multidisciplinaire risicoanalyse en het nemen van preventieve maatregelen in het kader van de organisatie van grote evenementen, behalve als de overheid deze taak aan een ander multidisciplinair orgaan heeft gedelegeerd;  
  • het bespreken van de evaluatie van reële noodsituaties, evenementen en oefeningen en het opvolgen van actiepunten die daaruit voortvloeien;  
  • de noodplanning actualiseren en op regelmatige basis bijwerken in functie van de op haar grondgebied aanwezige risico’s en op basis van de evaluaties van reële noodsituaties en oefeningen.  

Hoe verloopt de samenwerking tussen verschillende veiligheidscellen? 

Bij het uitvoeren van haar opdrachten kan de gemeentelijke veiligheidscel verregaand samenwerken met de veiligheidscellen van andere gemeenten in een gemeenschappelijke veiligheidscel.  

In het kader van samenwerking tussen gemeenten is het mogelijk om veiligheidscellen permanent samen te brengen om hun taken inzake noodplanning uit te oefenen en algemene beleidsaspecten te bespreken die anders in elke gemeentelijke veiligheidscel apart worden aangekaart. Daarnaast kunnen ook ad hoc gemeenschappelijke veiligheidscellen georganiseerd worden, zoals bijvoorbeeld naar aanleiding van grote evenementen of risico’s die potentieel gevolgen hebben op het grondgebied van verschillende gemeenten.   

Bij aanvang van een structurele samenwerking tussen verschillende veiligheidscellen, worden de nodige praktische afspraken gemaakt in de vorm van een samenwerkingsakkoord en/of een huishoudelijk reglement. Hierin verduidelijkt men idealiter volgende zaken:  

  • de samenstelling van de gezamenlijke veiligheidscel (met alle betrokken burgemeesters en noodplanningscoördinatoren);  
  • de wijze waarop de voorzitter wordt aangeduid;  
  • de persoon die de rol van secretaris zal opnemen;  
  • de vergaderlocatie en –frequentie;  
  • de verdeling van de lasten (zowel materieel als financieel);  
  • de minimale uitrusting van het vergaderlokaal;  
  • de manier waarop het huishoudelijk reglement kan gewijzigd worden;  
  • de taakbeschrijving van de noodplanningscoördinator/de taakverdeling tussen de noodplanningscoördinatoren.  

Deze samenwerking neemt niet weg dat elke gemeente over een algemeen nood- en interventieplan moet beschikken.